Hoewel de Nederlandse koning Willem-Alexander in het Belgische Diest niets in de pap te brokken heeft, draagt hij tot op de dag van vandaag de titel van ‘Heer van Diest’. Zijn verre voorouders uit het geslacht Oranje-Nassau waren tot 1795 echter wél heer en meester in dit gebied. Neem deel aan deze boeiende stadswandeling in Diest, een route van 8,3 kilometer door de enige Belgische Oranjestad. Op de agenda: een bezoek aan tal van historische bezienswaardigheden, een verkenning van het groene stadspark van Diest, een ommetje langs de indrukwekkende citadel en kuieren in bekende Diestse winkelstraten.

Stadswandeling in Diest, waar de Oranjes ooit de macht hadden
De Nederlandse koning Willem-Alexander is een telg van het huis Oranje-Nassau, een adellijk geslacht dat in de loop der eeuwen een grote rol heeft gespeeld in de Nederlanden en in andere delen van Europa. Leden van het huis Oranje-Nassau waren heer en meester in Diest vanaf 1499 tot 1795. Diest is de enige Belgische stad die behoort tot de ‘Unie van Oranjesteden‘, een bond van steden die historisch een sterke band hebben met het huis Oranje-Nassau. Op deze wandeling in Diest kom je langs de Sint-Sulpitiuskerk, waar de oudste zoon van Willem van Oranje begraven werd, en het Hof van Oranje, de vroegere residentie van de Oranjes. Andere ‘highlights’ op deze Diestse stadswandeling zijn onder meer de citadel, het begijnhof, de vestingwerken, het Warandepark, het geboortehuis van de heilige Jan Berchmans en enkele gezellige winkelstraten.

(Kaartgegevens: OpenStreetMap)
Vertrek- en eindpunt
Station van Diest (Stationsplein 1); alternatieven: randparking Halve Maan (Omer Vanaudenhovelaan) of randparking Citadel (Leuvensestraat/Citadel)
Coördinaten vertrek- en eindpunt
N: +50.992986° O: +5.051215° (alternatieven: Halve Maan: N: +50.986419° O: +5.062713°; Citadel: +50.983331° O: +5.046255°)
Afstand
8,3 kilometer
Parkeren
Betalend parkeren op de stationsparking (alternatieven: gratis parkeren op randparking Halve Maan of randparking Citadel)
Openbaar vervoer
Met de trein of bus tot station Diest
Toegankelijkheid voor rolstoelen
De route is niet toegankelijk voor rolstoelen wegens de onverharde paden met niveauverschillen op de vestingwallen en in het Citadelbos
Bezienswaardigheden
Vestingwal, Grote Steunbeer, Boerenkrijgplein, begijnhof, Onze-Lieve-Vrouwekerk, stadspark De Warande, Hof van Nassau, Sint-Barbarakerk, Lakenhalle, stadhuis, stadsmuseum De Hofstadt, Sint-Sulpitiuskerk, geboortehuis Sint-Jan Berchmans, Allerheiligenkapel, Citadel, Citadelbos, The Ever Blossoming Garden, nieuwe Demer, De Kaai, Het Spijker, refugie van Averbode, Park Cerckel, vlonderpad over nieuwe Demer, Ezeldijkmolen, Schaffense Poort
Eten en drinken
Op diverse plaatsen in het stadscentrum, vooral op de Grote Markt. Aanbevolen: taverne De Biertempel, Grote Markt 11
Gpx- en pdf-bestanden van deze wandeling
Raak de weg niet kwijt in Diest! Wie wil wandelen met gps-navigatie op smartphone of wandel-gps, kan hieronder het gpx-bestand van deze wandeling downloaden (te gebruiken met een navigatie-app). Even Op Stap biedt ook twee pdf-bestanden aan met een gedetailleerde wandelkaart en met de tekst en afbeeldingen van dit artikel. Deze pdf-bestanden kun je gemakkelijk afprinten of bekijken op je smartphone. Voor het gpx-bestand en de twee pdf-bestanden samen vragen wij een kleine bijdrage van 1,95 euro. De bestanden zijn onmiddellijk beschikbaar na online betaling.
Stadswandeling in Diest: van het station naar de vestingwal
We beschrijven deze stadswandeling in Diest vanaf het station. Wie met de auto komt, kan zijn auto parkeren op de stationsparking (betalend). Het is echter ook mogelijk om deze wandeling in Diest op twee andere plaatsen te starten, waarbij je je auto gratis in de buurt kunt parkeren. Deze alternatieve startplaatsen zijn randparking Halve Maan en randparking Citadel. Lees verderop in dit artikel hoe je vanaf deze startplaatsen de wandeling begint en eindigt.

Als je de stadswandeling in Diest bij het station begint, steek je met je rug naar het station het plein over. Je komt op de Turnhoutsebaan terecht, waar je schuin naar links gaat en de voetgangersbrug over de Demer neemt. Aan de andere oever van de Demer steek je links de drukke R26 over en wandel je rechtdoor in het Park Jan Heylen, richting knooppunt 424. Het park is genoemd naar de jong gestorven Diestse kunstenaar Jan Heylen (1931-1967). In de openlucht kun je hier een aantal beeldhouwwerken van deze modernistische kunstenaar bewonderen.

Een eindje verder kom je in het bos terecht, met de Demer aan je linkerzijde. Je wandelt hier over een vroegere vestingwal rond Diest. In de periode 1837 – 1856 werd Diest immers uitgebouwd tot een militaire vestingstad met stevige vestingwallen. Blijf het wandelpad volgen naar wandelknooppunt 424. Bij knooppunt 424 ga je schuin links in de richting van knooppunt 97. De Demer blijft evenwijdig stromen aan je linkerzijde.

Zo’n 100 meter verderop bevind je je precies boven de stadspoort Schaffense Poort. Links zie je een brug over de Demer. Hierover liep een voet- en fietspad, vanaf de Schaffense Poort over de Demer en de Zwarte Beek helemaal tot aan de spoorweg. Wegens bouwvalligheid van de poortgebouwen is dit voet- en fietspad echter niet meer toegankelijk. Wandel voort over de beboste vestingwal tot aan knooppunt 97. Je loopt over een metalen brug, waar je links een schitterend zicht hebt op de historische stuwconstructie ‘De Grote Steunbeer‘.

De ‘Grote Steunbeer’ werd al gebouwd in 1835, en maakte deel uit van een indrukwekkende militaire verdedigingsgordel rond de stad. Als de sluizen in de Grote Steunbeer werden gesloten, liepen de toegangswegen en de velden aan de noordelijke rand van Diest onder water en kon de vijand niet verder oprukken. In de periode 2024 – 2025 wordt de Grote Steunbeer grondig gerestaureerd en in zijn oorspronkelijke vorm van 1835 teruggebracht. Tegelijk bouwt men een nieuwe boogvormige metalen brug rond de Grote Steunbeer voor wandelaars en fietsers. Wandel voort in de richting van knooppunt 9 tot je aan je linkerzijde het vijfhoekige schiereilandje ‘Boerenkrijgplein‘ ziet. Daal de trappen af om een kijkje te nemen op het schiereilandje.

Het schiereilandje deed dienst als een militair ‘ravelijn‘, een versterkt eilandje omgeven door een vestinggracht. Het werd samen met de andere vestingwerken aangelegd vanaf 1835. Op deze plaats, waar vroeger alleen de Demer stroomde, ontsnapten in 1798 tijdens de Boerenkrijg zo’n 4000 gewapende opstandige boeren uit het door de Fransen belegerde Diest. Tegenwoordig staan er nog steeds kanonnen op het Boerenkrijgplein, maar gelukkig zijn het geen echte. In de twee grote ‘kanonnen’ op het schiereilandje kun je lekker gaan zitten en genieten van het schitterende landschap. Dit is overigens ook een prachtige locatie voor een familiekiekje!

Het begijnhof: niet te missen op een stadswandeling in Diest
Na je bezoek aan het Boerenkrijgplein klim je terug de vestingwal op en ga je naar links, in de richting van wandelknooppunt 9. Je moet eerst een trapje opklimmen om zo’n 60 meter verderop een tweede trapje terug af te dalen. Na het afdalen van de vestingwal volg je niet langer de richting van knooppunt 9, maar ga je haaks naar rechts. Je wandelt in de richting van de ringweg R26 en het begijnhof. Aan je linkerzijde ligt het bezoekerscentrum van het waardevolle natuurgebied Webbekoms Broek, met daarachter het provinciaal recreatiedomein De Halve Maan. Ga op het voetpad naast de drukke ringweg R26 eerst zo’n 50 meter naar links en steek dan via het zebrapad de R26 over. Als je je auto geparkeerd hebt op randparking Halve Maan, begin je vanaf dit zebrapad aan deze stadswandeling in Diest.

Rechts heb je een prachtig uitzicht op de historische huisjes van het voormalige begijnhof van Diest. Er is geen stadswandeling in Diest die niet langs het begijnhof loopt, dat overigens samen met twaalf andere Vlaamse begijnhoven tot het Unesco-werelderfgoed behoort. Na het oversteken van de ringweg draai je rechts de Pesthuizenstraat in en volg je uiterst rechts het kasseipad dat langs de begijnhofmuur loopt. Let even op het jaartal 1658 dat in de begijnhofmuur is ingemetseld. De muur en de meeste huisjes die er staan, stammen inderdaad uit de tweede helft van de 17de eeuw. Dit was de grote bloeiperiode van het begijnhof. Het Diestse begijnhof werd echter al veel vroeger gesticht, namelijk in 1253 door Arnold IV, de toenmalige Heer van Diest.

Neem vervolgens de eerste straat rechts (de Vestenstraat), om daarna opnieuw het eerste smalle straatje rechts (de Kraaienneststraat) in te slaan. In de smalle, verkeersvrije Kraaienneststraat bevindt zich nog een kleine toegangspoort tot het voormalige begijnhof. Voorbij deze kleine toegangspoort sla je direct links af, naar de Engelen Conventstraat. Dit is een van de straten waarin zich de historische begijnhuisjes, vooral uit de 17de eeuw, bevinden. Het opvallendste huis in deze straat is het zogenaamde Engelen Convent, waarin destijds negen begijnen woonden. Tegenwoordig is in dit pand het Museum Grauwzusters gevestigd. De Grauwzusters behoorden tot een kloosterorde (geen begijnen!), waarvan het klooster zich in een nabijgelegen straat bevond. Zij hielden zich bezig met ziekenzorg en met de behandeling van geesteszieken in Diest. Hieruit is later het naburige psychiatrisch ziekenhuis Sint-Annendael gegroeid.

Vergeet niet om na je bezoek aan het museum ook even in de achterbouw te kijken, waar een heus begijnenhuisje is ingericht. Het geeft een beeld van de woning van begijnen in de 19de eeuw, met dubbel toilet en al! Ga voort door de Engelen Conventstraat tot je aan de Kerkstraat komt met de Sint-Catharinakerk. Ga een klein stukje naar rechts in de Kerkstraat en dan naar links in de Infirmeriestraat. Links van jou bevindt zich het koorgedeelte van de kerk; het gebouw rechts was vroeger het Twaalf Apostelenconvent. Minder begoede begijnen, die geen geld hadden voor een eigen huisje, woonden hier met twaalf samen in één woning. Wandel voort door de Infirmeriestraat. Aan je rechterzijde passeer je de vroegere infirmerie (ziekenvertrekken). Tegenwoordig behoort dit gebouw tot het Cultureel Centrum van Diest. In de vroegere kapel van de infirmerie huist nu een taverne, met de toepasselijke naam ‘De Kapel’.


Bemerk de beelden van een groep begijnen aan je rechterzijde. Ook de laatste twee begijnen die in 1926 het begijnhof verlieten, Johanna Uitdewilligen en Bernardina Janssen, kregen hier een standbeeld. Ga verder door de Infirmeriestraat tot je aan de voorzijde van de Sint-Catharinakerk komt. Deze driebeukige begijnhofkerk stamt uit de 13de en 14de eeuw. De buitenzijde ervan lijkt sober, maar als de kerk toegankelijk is, neem dan zeker eens een kijkje binnenin! Het barokke interieur is overweldigend en bevat tal van kunstwerken van Vlaamse meesters. Bewonder vooral de schilderijen van Theodoor Van Loon, die de vier evangelisten voorstellen. Ook het werk ‘De Aanbidding der Herders‘ van Frans Francken II is een topstuk. Tegenwoordig vinden er geen godsdienstige erediensten meer plaats in de Sint-Catharinakerk, maar wel diverse culturele activiteiten.


Schuin tegenover de voorzijde van de kerk bevindt zich de grote, monumentale toegangspoort tot het begijnhof. Verlaat het begijnhof via deze toegangspoort en kijk even achterom naar de voorzijde van de poort. Ze stamt uit 1671, in de grote bloeiperiode van het begijnhof, toen kosten noch moeite werden gespaard om een luisterrijke uitstraling aan het begijnhof te geven. Kijk vooral eens naar de sierlijke poortomlijsting, uitgevoerd met witte zandsteen in uitbundige barokstijl.

Wandelen in Diest: van het begijnhof naar het stadspark De Warande
Vanaf de poort van het begijnhof zet je de stadswandeling in Diest voort, rechtdoor via de Begijnenstraat. De eerste straat links is de Grauwzustersstraat, waarin zich het klooster van de Grauwzusters bevond. In deze straat staan tegenwoordig de gebouwen van het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Annendael. Blijf echter rechtdoor wandelen langs de Begijnenstraat, tot op het kruispunt met de Bruidstraat, waar je naar links gaat. Aan je linkerzijde staat de Onze-Lieve-Vrouwekerk.

Het eerste wat je zal opvallen, is de donkerbruine kleur van de kerk. Net zoals vele historische gebouwen in deze streek, is de kerk opgetrokken uit zogenaamde ijzerzandsteen, een gesteente dat in de regio Diest veel te vinden is. Men begon al in 1253 met de bouw van de gotische Onze-Lieve-Vrouwekerk. Het is het oudste bewaard gebleven stenen gebouw in Diest. De kerk kreeg echter in de loop der eeuwen te lijden onder plunderingen, verwoestingen en instortingen. Kijk eens naar de opvallend lage toren: dat is een gevolg van een instorting in 1612. De toren was oorspronkelijk veel hoger, maar werd nooit heropgebouwd. Het interieur is vooral 17de- en 18de-eeuws. Blikvangers zijn de neogotische preekstoel (1870) en het hoofdaltaar. Mis ook de opvallende Lourdesgrot in de rechterdwarsbeuk niet!

Zet de stadswandeling in Diest voort door de Bruidstraat, die je rechtdoor volgt richting stadspark De Warande tot aan de T-kruising met de Zeven Weeënstraat en Veemarkt. Je ‘botst’ hier al direct op een van de kapelletjes in de muur rond het Warandepark: de kapel van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen. Om in het Warandepark te geraken, ga je haaks naar links in de Zeven Weeënstraat en wandel je nog een eindje rechtdoor in de Pesthuizenstraat. Je passeert aan je rechterzijde nog een tweede muurkapelletje: Onze-Lieve-Vrouw-van-Zeven-Weeën. Bij de eerste opening in de parkmuur aan je rechterzijde, ga je een klein trapje op en sla je direct daarna scherp rechtsaf. Het pad in park De Warande loopt eerst een stukje vlak langs de rand van het park (het parkmuurtje met haag ligt nu rechts van jou), maar al snel stijgt het pad de heuvel op.

Links van jou ligt een klein openluchttheater. Dit amfitheater ligt op de plaats waar in de middeleeuwen ijzerzandsteen uit de heuvel werd gehaald. De aanleg ervan startte in 1941. In 1952-1953 werd het openluchttheater van verlichting en riolering voorzien.

Bij de eerste kruising van paden volg je het pad naar rechts, om bij een volgende splitsing het pad links te nemen. Dit pad loopt door een grasveldje naar boven. Eenmaal boven ga je eerst even naar links, waar je een tiental treden ziet die naar een hoger gelegen plateau leiden, omringd door lindebomen. Dit is het zogenaamde ‘Tafelrond‘, een kunstmatig opgeworpen heuveltje dat men een ‘motteheuvel‘ noemt. Archeologische opgravingen brachten aan het licht dat hier in de elfde en twaalfde eeuw een vierkante toren uit ijzerzandsteen stond, die als versterkte ‘motteburcht‘ dienst deed.

Daal de treden van de motteheuvel terug af en ga zo’n 80 meter rechtdoor. Je komt aan de grondvesten van een andere burcht op de Warandeheuvel. In de 13de eeuw voldeed de kleine motteburcht niet meer en werd er hier een nieuwe, grotere burcht opgericht voor de Heren van Diest. Diest vormde in de feodale middeleeuwen een zogenaamde ‘heerlijkheid’, bestuurd door de Heer van Diest die een leenman was van een hogere leenheer of van de heersende koning of keizer. De Heren van Diest woonden eerst in de motteburcht en later in de grotere Warandeburcht, waarschijnlijk vanaf de 11de eeuw tot 1514. In dat jaar werd de Warandeburcht afgebroken.

Volg het pad dat langs de grondvesten van de burcht leidt naar de oude waterput, de ‘Klinkende Put‘, die ooit deel uitmaakte van de burcht. Neem vanaf deze waterput het pad dat terug de Warandeheuvel af loopt, een haakse bocht naar links maakt en via trapjes afdaalt naar de monumentale toegangspoort van stadspark De Warande. In 1939 schonk dokter Henri Verstappen, de toenmalige eigenaar van De Warande, zijn woning en het park aan de stad Diest. Zijn woning werd daarna omgevormd tot de flink uit de kluiten gewassen toegangspoort die er nu nog staat.

De neoclassicistische toegangspoort bestaat uit een galerij van bogen. Centraal zie je een gedenkplaat ter ere van de gulle schenker die het Warandepark aan de stad Diest doneerde, namelijk dr. Henri Verstappen. Let eens even op de vier beelden die op de toegangspoort staan. Die zijn afkomstig van het in 1956 gesloopte oude Noordstation in Brussel en stellen vier ambachten voor: landbouw, kunsten, handel en nijverheid.

Stadswandeling in Diest langs de residentie van de Oranjes naar de Grote Markt
De laatste Heer van Diest die niet tot het huis Nassau (later: Oranje-Nassau) behoorde, was Willem van Gulik. Hij ruilde een deel van zijn bezittingen, waaronder de Heerlijkheid Diest, met Engelbrecht van Nassau in het jaar 1499. Vanaf dat jaar werd Diest bestuurd door de Graven van Nassau, en vanaf 1538 tot 1792 door de Prinsen van Oranje-Nassau. De Graven van Nassau en later de Prinsen van Oranje-Nassau woonden niet permanent in Diest. Graaf Hendrik III van Nassau liet in 1510 het Hof van Nassau bouwen aan de rand van De Warande. In dat hof verbleven voortaan de Nassaus en later de Oranje-Nassaus wanneer zij in Diest waren. De bouwvallige burcht op de Warandeheuvel werd in 1514 afgebroken.

Met je rug naar de toegangspoort tot De Warande zet je de stadswandeling in Diest rechtdoor voort langs de straat Graanmarkt. Aan je linkerzijde passeer je het historische Hof van Nassau, waar de Nassaus en Oranje-Nassaus verbleven tijdens hun bezoeken aan Diest. Alleen de linkervleugel van het oorspronkelijke gebouw is bewaard gebleven. Het oudste deel uit 1510 bezit een gotische trapgevel. Kijk eens even naar het stenen wapenschild van de Nassaus, ingemetseld boven de twee bovenste ramen. Ook opvallend: het markante achthoekige torentje naast de rechtergevel.

Wandel nog een eindje verder door de straat Graanmarkt en sla de tweede straat aan je rechterzijde in, de Guido Gezellestraat. Op de hoek van de Guido Gezellestraat met de Kattenstraat staat de derde kerk die je tijdens deze stadswandeling in Diest passeert, namelijk de Sint-Barbarakerk of Kruisherenkerk. Ze is gebouwd in de periode 1656 – 1667 in sobere barokstijl. Merk op dat ook bij deze kerk de lokale ijzerzandsteen als bouwmateriaal is gebruikt, samen met gewone baksteen. Voorbij de Sint-Barbarakerk sla je de eerstvolgende straat rechts in, de Felix Moonsstraat. Vanaf hier loopt de stadswandeling in Diest door het centrale winkelgebied van de stad. Zelfs de meest veeleisende shopaholic komt aan zijn trekken in de gezellige winkelwandelstraten in het historische centrum.

Rechts op de hoek van de Guido Gezellestraat met de Felix Moonsstraat staat het opvallende 16de-eeuwse hoekhuis ‘De Fortuyn‘. Het pand met drie overstekende verdiepingen is een mooi voorbeeld van vakwerkbouw. Het bestaat uit een houten geraamte dat is opgevuld en beplakt met leem. Tegenwoordig is er een schoen- en sleutelmakerij in gevestigd. Schuin tegenover De Fortuyn vind je nog een ander voorbeeld van zo’n 16de-eeuwse hout- en leembouw: het pand ”t Dambord‘. Let eens op de afbeelding van een dambord boven de deur! ’t Dambord doet nu dienst als koffiebar.

Vanuit de Felix Moonsstraat sla je links af in de (smalle) Hallestraat. De Hallestraat loopt langs de zijgevel van de historische Diestse Lakenhalle, gebouwd in 1346. De stad kende in de 14de en 15de eeuw een grote welvaart dankzij de bloeiende lakennijverheid. De godsdienstoorlogen in de 16de eeuw maakten helaas een einde aan deze welvaart, en vanaf de 17de eeuw werd de Lakenhalle voor andere doeleinden gebruikt. Tegenwoordig is het een expositieruimte en feestzaal. Op het einde van de Hallestraat ga je naar links richting Grote Markt van Diest. Let nog even op het 15de-eeuwse kanon (bombarde) ‘Holle Griet‘ aan de voorzijde van de Lakenhalle. Dit gevaarte weegt maar liefst 5 ton en werd vervaardigd door de smeden van de Diestse Sint-Elooisgilde in 1465.

De Grote Markt met de Sint-Sulpitiuskerk en het stadhuis: hoogtepunt van een stadswandeling in Diest
Elke stadswandeling in Diest doet steevast de Grote Markt aan, met de Sint-Sulpitiuskerk en het Diestse stadhuis als belangrijkste blikvangers. Wandel langs de zijgevel van de kerk tot op het marktplein, waar je het stadhuis en de voorzijde van de Sint-Sulpitiuskerk ziet. Het huidige stadhuis van Diest is tussen 1726 en 1731 gebouwd, op de fundamenten van een ouder middeleeuws stadhuis uit 1337. Van dat middeleeuwse stadhuis resten alleen nog de kelders met prachtige gotische gewelven. In deze kelders huist tegenwoordig het Stadsmuseum De Hofstadt.

Als je de tijd hebt, bewonder dan zeker eens de schitterende historische collectie van Stadsmuseum De Hofstadt (de toegang is overigens gratis). Het museum bezit onder meer waardevolle schilderijen van de 17de-eeuwse kunstschilders Theodoor Van Loon en Hendrick Ter Brugghen, maar eveneens werken van lokale ambachtslui. Je vindt er ook een wapenschild, harnas en portret van Filips Willem van Oranje, de enige Oranjetelg die in Diest begraven is.


Het stadhuis van Diest aan de Grote Markt is gebouwd in classicistische stijl, met rode baksteen en witte kalkzandsteen. Kijk eens omhoog naar het driehoekig fronton bovenaan de voorgevel: daarop prijkt het wapen van Diest. In dit 18de-eeuwse gebouw vinden tegenwoordig alleen nog officiële ontvangsten en ceremonieën plaats. De administratieve diensten huizen in de moderne achterbouw van het stadhuis.

Na de bezichtiging van het stadhuis en het stadsmuseum is het tijd om op deze stadswandeling in Diest een volgende ‘highlight’ te bezoeken: de gotische Sint-Sulpitiuskerk. Er werd meer dan twee eeuwen gewerkt aan deze kerk (vanaf 1321 tot 1534). Toch was ze zelfs na twee eeuwen nog niet helemaal afgewerkt. Dat is onder meer te zien aan de toren, die volgens de plannen veel hoger had moeten worden. Alleen de onderbouw werd echter voltooid. De Sint-Sulpitiuskerk is een schoolvoorbeeld van de zogenaamde Demergotiek: een gebouw in gotische stijl, maar met het gebruik van de plaatselijke donkerbruine ijzerzandsteen. De onafgewerkte toren is opgetrokken uit witte kalksteen. Kijk ook eens even naar het kleine torentje boven op de kruising van het schip met de dwarsbeuk, de vieringtoren. In deze vieringtoren, die door de Diestenaren ook wel ‘De Mosterdpot‘ wordt genoemd, hangt de beiaard met 47 klokken.

Ga binnen langs het hoofdportaal en bewonder het fraaie interieur. Topstukken zijn onder meer de barokke preekstoel, het laatgotische triomfkruis boven het koor en de doopvont. In deze doopvont werd in 1599 ene Jan Berchmans gedoopt, een Diestenaar die in 1888 heilig werd verklaard (het geboortehuis van Sint-Jan Berchmans zal je straks bezoeken). Vergeet ook niet om de Berchmanskapel binnen te gaan. In die kapel staat een reliekschrijn dat relieken van de heilige bevat: een vingertop, een wervelbeen en een stukje lijkwade. In de kerk bevindt zich eveneens een klein Museum voor Religieuze Kunst. Dit museum bevat onder meer een collectie religieuze voorwerpen, schilderijen en beelden van de Diestse gasthuiszusters-augustinessen.


Het graf van Filips Willem van Oranje, de oudste zoon van Willem van Oranje
De bezienswaardigheid die ongetwijfeld de meeste aandacht trekt in de Sint-Sulpitiuskerk, is het graf van Filips Willem van Oranje, voormalig Heer van Diest en oudste zoon van Willem van Oranje. Filips Willem (1554 – 1618) erfde na de moord op zijn vader Willem van Oranje, de Nederlandse ‘Vader des Vaderlands’, de meeste van zijn vaders bezittingen. Hij erfde dus ook de titel van ‘Heer van Diest’ en voerde de heerschappij over de stad vanaf 1602 tot aan zijn dood in 1618. In 1602 maakte hij zijn ‘Blijde Intrede‘ in Diest.

De meeste leden van het huis Oranje-Nassau (waartoe ook de Nederlandse koningen en koninginnen behoren) werden na hun dood bijgezet in de koninklijke grafkelder in de Nieuwe Kerk te Delft. Filips Willem van Oranje maakt daarop een uitzondering. Hij had immers in zijn testament bepaald dat hij bijgezet wilde worden in één van de volgende vier uitverkoren steden: Breda, Lons-le-Saunier, Orange of Diest. Van deze vier steden zou de stad die het dichtst bij de plaats van zijn overlijden lag, zijn laatste rustplaats worden. Filips Willem van Oranje stierf op 20 februari 1618 in Brussel. Van de vier uitverkoren steden lag Diest het dichtst bij Brussel, en dus werd er in maart 1618 in de Diestse Sint-Sulpitiuskerk in allerijl een grafkelder voor Filips Willem gebouwd.

Op 1 april 1618 werd het stoffelijk overschot van Filips Willem plechtig bijgezet in de grafkelder onder het hoogkoor van de Sint-Sulpitiuskerk. Zijn gebalsemde lichaam rust in een loden kist, die omgeven wordt door een houten kist. Zijn hart en ingewanden liggen in een apart cilindervormig tonnetje. In de loop der eeuwen werd de grafkelder meerdere keren geopend, voor onderzoek of wegens restauratiewerkzaamheden in de kerk. Volgend op een opening van de grafkelder in december 1944 (voor inspectie) vroeg de toenmalige Nederlandse koningin Wilhelmina om het stoffelijk overschot van Filips Willem over te brengen naar de koninklijke grafkelder in Delft. Het Diestse stadsbestuur weigerde dit, omdat het niet in overeenstemming was met de laatste wilsbeschikking van de overledene.

De (voorlopig) laatste opening van de grafkelder gebeurde in 1965, toen men een nieuwe afdekplaat op de toegang tot de kelder plaatste. De oorspronkelijke afdekplaat uit 1618 kun je overigens nog steeds bekijken, deze werd ingemetseld in de muur achter het hoogkoor. Daar staan ook informatieborden over het leven van Filips Willem en zijn verbondenheid met Diest. In zijn testament had Filips Willem eveneens bepaald dat er ‘eeuwigdurend’ een jaarlijkse mis voor hem zou worden opgedragen in de Sint-Sulpitiuskerk. Deze jaarlijkse missen vinden sinds 2008 effectief terug plaats, nadat dit gebruik al enkele eeuwen in de vergetelheid was geraakt.

Stadswandeling in Diest: van de Grote Markt verder naar het geboortehuis van de Heilige Jan Berchmans
Als je de Sint-Sulpitiuskerk verlaat, sta je terug op de Grote Markt van Diest, het kloppende hart van de stad. Rond dit plein ontwikkelde Diest zich vanaf de 11de eeuw. Tal van ambachtslieden en later ook gilden vestigden zich rond de Grote Markt. Kijk eens naar de fraaie historische gevels van vele panden rond de markt. De meeste dateren uit de 17de en 18de eeuw. Een van de mooiste gebouwen is ‘Den Keyser‘ (Grote Markt nr. 24), gebouwd rond 1616 in Vlaamse renaissancestijl. In ‘Den Keyser’ vergaderde in de 17de eeuw de Diestse schuttersgilde Sint-Sebastiaan, een gilde van handboogschutters. Geniet op de Grote Markt van een fris drankje of een lekker hapje op een terrasje of in een van de talrijke horecazaken!

Taverne
De Biertempel
Het grootste assortiment bieren van de streek
Grote Markt 11, Diest
Tel. +32(0)13 311340

Met je rug naar het stadhuis en met de Sint-Sulpitiuskerk aan je linkerzijde steek je de Grote Markt over en ga je rechtdoor in de Sint-Jan Berchmansstraat, eveneens een interessante winkelstraat. De volgende stopplaats op deze stadswandeling in Diest is het geboortehuis van een bekende rooms-katholieke heilige: de Diestenaar Jan (Johannes) Berchmans. Het pand in de Sint-Jan Berchmansstraat met huisnummer 24 heette in de 16de eeuw ‘De Gulden Maene‘. Jan Berchmans werd er op 13 maart 1599 geboren als eerste kind in het gezin Berchmans – Van den Hove. Zijn vader was schoenmaker, zijn moeder behoorde tot een vooraanstaande Diestse familie.

Jan was een briljante leerling en gaf al op zeer jeugdige leeftijd aan dat hij priester wilde worden. Na zijn middelbare studie in Mechelen begon hij in 1616 zijn noviciaat bij de orde van de jezuïeten. Twee jaar later legde hij geloftes af, begon in Antwerpen filosofie te studeren en werd vervolgens naar Rome gestuurd voor een vervolgstudie filosofie. Jan trok te voet naar Rome en legde zich daar vol ijver toe op studie en gebed. Zijn bescheidenheid, hulpvaardigheid en briljante geest waren een voorbeeld voor zijn medestudenten. Dit leven vol overgave en dienstbaarheid woog echter op zijn gezondheid. Jan werd plots ernstig ziek en overleed op 13 augustus 1621, slechts 22 jaar oud, aan longontsteking en dysenterie. Paus Leo XIII verklaarde hem heilig in januari 1888. Tot op de dag van vandaag wordt Sint-Jan Berchmans vereerd als patroonheilige van studenten en schoolgaande jeugd.

Het geboortehuis van Sint-Jan Berchmans werd in 1850 omgebouwd tot kapel en gebedsruimte. In 2010 – 2011 vond een grondige restauratie plaats van het pand. Een trap leidt naar de eerste verdieping, waar een altaar staat met daarachter een portret van Sint-Jan Berchmans. Bemerk aan de muren het groot aantal tegels met dankbetuigingen ‘voor een genezing’. Beneden kun je kaarsjes branden voor een beeld van de heilige. Dat Sint-Jan Berchmans de patroonheilige is van de schoolgaande jeugd, is naar verluidt te merken tijdens examenperiodes. Menig bezorgde ouder komt dan een extra kaarsje aansteken, hopend op succesvolle examens van een studerende zoon of dochter…

De Citadel: indrukwekkend militair bouwwerk en must-see op een Diestse stadswandeling
Zet de stadswandeling in Diest voort langs de Leuvensestraat, de eerste straat aan je rechterzijde net voorbij het geboortehuis van Sint-Jan Berchmans. Sla bij het volgende kruispunt opnieuw rechts af, naar de Egide Alenusstraat. Ga rechtdoor tot aan de volgende kruising met de straat Allerheiligenberg. Sla hier links af richting Allerheiligenkapel en Citadel. Blijf aan de linkerzijde van de straat lopen, zodat je de kapel kunt bereiken.


De Allerheiligenkapel die je na ca. 60 meter aan je linkerzijde aantreft, werd hier in 1854 in neoclassicistische stijl heropgebouwd. De oorspronkelijke kapel stond boven op de Allerheiligenberg, maar moest wijken voor de bouw van de militaire Citadel in de jaren 1846 – 1856. Op 1 november (Allerheiligen) is het hier een drukte van jewelste. Bedevaarders van over heel het land komen dan naar de kapel om één of meerdere heiligen te vereren, tijdens de zogenaamde ‘Allerheiligenbegankenis‘. Dat vereren gebeurt door het offeren van wassen ex voto’s. Als je overigens nog niet goed weet welke heilige je moet vereren: je hebt in de kapel een ruime keuze uit meer dan 160 heiligenbeelden uit heel de wereld!

Een stadswandeling in Diest is niet compleet zonder een bezoek aan de Citadel. Net voorbij de Allerheiligenkapel ga je links de trappen op en volg je rechtdoor het pad dat naar de top van de Allerheiligenberg leidt. Op de Allerheiligenberg werd in de periode 1846 – 1856 de Diestse Citadel gebouwd. Dit indrukwekkende militaire bouwwerk kwam er uit vrees voor een aanval vanuit Nederland. In 1830 scheurde België zich los van Nederland en werd een onafhankelijke staat. Al een jaar later, in 1831, volgde een aanval van het Nederlandse leger in een poging om België terug te annexeren (de zogeheten Tiendaagse Veldtocht). Om een mogelijk nieuw offensief vanuit Nederland te weerstaan, werd Diest vanaf 1835 uitgebouwd tot een ware vestingstad. Er kwamen vestingwallen, stadspoorten en grachten rond de stad, samen met het militaire Fort Leopold in het noorden en de Citadel in het zuidwesten.

De Citadel van Diest is gebouwd in de vorm van een vijfhoek, met in het midden een groot centraal plein. Op de hoekpunten van de vijfhoek bevinden zich uitspringende verdedigingswerken, de zogenaamde bastions. Daar was de artillerie opgesteld, waarmee men de Diestse stadspoorten en de Demer onder vuur kon houden. De verbindingswallen tussen de bastions noemt men courtines. Rond de Citadel liep een droge gracht (grotendeels bewaard gebleven), met daarrond nog een buitenmuur. De bakstenen gewelven van de Citadel zijn 80 centimeter dik en bedekt met twee meter aarde. In de 19de eeuw bood dit voldoende bescherming tegen artillerie- en geweervuur. In oorlogstijd kon de Citadel onderdak bieden aan 1200 militairen.

De Citadel is nooit gebruikt om een tweede Nederlandse aanval af te slaan – die tweede aanval is er immers nooit gekomen. In 1905 bleek het citadelcomplex technologisch voorbijgestreefd om nog als echte militaire vesting te kunnen dienen. De Citadel deed vanaf dan dienst als een gewone kazerne. Het bastion op het meest noordelijke hoekpunt werd afgebroken. Vanaf 1953 tot 2011 was het Eerste Bataljon Paracommando’s gehuisvest in de Citadel. Sinds 2011 heeft de Citadel geen militaire functie meer. Tal van kleinere bedrijven en verenigingen hebben onderdak gevonden in de voormalige kazernegebouwen. Er is eveneens een klein museum ingericht: het Pegasusmuseum. Je leert er alles over de geschiedenis van het Eerste Bataljon Para’s in Diest.


Als je boven op de Allerheiligenberg komt, zie je voor jou de oorspronkelijke arduinen toegangspoort tot de Citadel. Wandelaars die hun wagen geparkeerd hebben op de gratis parkeerplaats van de Citadel, kunnen deze stadswandeling in Diest op dit punt beginnen en eindigen. Rechts naast de arduinen toegangspoort bevindt zich een groen hekken, dat de toegang naar de centrale binnenplaats afschermt. Als de poort in het hekken open is, kun je even een kijkje nemen op de binnenplaats, het vroegere paradeplein. Hier herken je duidelijk de vijfhoekige vorm van de Citadel. Elke zijde van deze vijfhoek is maar liefst 190 meter lang! Je mag de gebouwen van de Citadel alleen bezoeken onder leiding van een stadsgids. Bij de Diestse toeristische dienst kun je een rondleiding aanvragen.

Met je rug naar het groene hekken en de historische toegangspoort aan je rechterzijde, wandel je in de richting van de vroegere buitenmuur van de Citadel. Tegenwoordig bevinden zich twee boogvormige openingen in deze buitenmuur om autoverkeer toe te laten, maar oorspronkelijk was deze muur volledig dicht. Net voor de buitenmuur zie je rechts een gratis parking, waar zich vroeger de droge gracht bevond. Loop onder de openingen in de buitenmuur door en neem voorbij de buitenmuur het eerste paadje rechts. Dit paadje loopt het Citadelbos in.

In dit deel van de stadswandeling in Diest maak je kennis met de groene gordel rond de Citadel. Blijf steeds het pad volgen dat zo dicht mogelijk langs de vroegere buitenmuur loopt. Voorlopig kun je de richting naar knooppunt 337 aanhouden. Wandel rond de volledige vijfhoekige omtrek van de Citadel. Op verschillende plaatsen heb je een prachtig zicht op de droge gracht en de bastions. Merk op dat er veel loofbomen staan in deze groene gordel. De meeste daarvan werden al meer dan 150 jaar geleden geplant. Het planten gebeurde in een zogeheten ‘quinqonce-systeem‘: een ruimtelijke aanplanting in het patroon van de vijf ogen op een dobbelsteen. Dankzij deze manier van aanplanten bleven de schutters in de Citadel steeds een vrij zicht op de vijand houden. Vroeger stonden er ook hagen van slee- en meidoorn rond de vesting, die dienstdeden als een natuurlijke prikkeldraadversperring.

Diestse stadswandeling langs de opengelegde Demer
Het pad langs de droge gracht en vroegere buitenmuur van de Citadel eindigt op een T-kruising. Ga hier zo’n tien meter naar links (naar rechts is verboden terrein). Volg vanaf hier niet langer richting knooppunt 337, maar ga haaks naar rechts, een onverhard bospad in. Dit pad stijgt en daalt door het bos, en brengt je terug onderaan de Allerheiligenberg. Je komt terecht op een verharde weg (Kanonsbaan), waar je naar rechts gaat. Aan je rechterzijde passeer je ‘The Ever Blossoming Garden‘, een tuin met fonteinsculptuur en bloemen die het ganse jaar bloeien. De tuin werd ontworpen door de Italiaanse kunstenaar Mario Airó. Het perk is een permanent aandenken aan de Diestse studente Annick Van Uytsel, die in 2007 werd vermoord door seriemoordenaar Ronald Janssen.

Voorbij de tuin ga je haaks naar links, in de straat Zichemsepoort. Je steekt het bruggetje over de terug opengelegde Demer over en gaat vervolgens haaks naar rechts, in de Vissersstraat. Historisch stroomde de Demer dwars door Diest. Om meer ruimte in de stad te verkrijgen en geurhinder te vermijden, werd de Demer in 1960 rond de stad geleid via de vroegere vestinggrachten. De oude bedding in het centrum werd toen gedempt. In de periode 2012 – 2016 vonden uitgebreide werken plaats om de oorspronkelijke bedding van de Demer terug open te leggen. Deze ‘nieuwe Demer‘ zorgt voor een afkoelend effect in de stad en beschermt Diest beter tegen wateroverlast.

Zet de stadswandeling in Diest voort met de oever van de nieuwe Demer aan je rechterzijde, tot aan het volgende bruggetje rechts. Tijdens het openleggen van de Demerbedding trof men resten aan van vroegere gebouwen, trappen en kaaimuren. Zo bevond er zich op deze plaats op de andere oever van de Demer een blekerij en een trap naar het water. Die historische trap ‘De Bleeck’ werd opnieuw aangelegd: kijk even naar de andere oever, links naast het bruggetje. Op de oever waar je nu staat, kun je vlak bij het water komen via een verlaagd terras.

Ga nog ca. 90 meter rechtdoor via de Vissersstraat en sla dan rechts af in de Schuttershofstraat. Wandel over de brug over de nieuwe Demer en sla dan haaks links af. Je komt nu op ‘De Kaai‘, een stadsdeel dat vroeger het economische hart van Diest was. De Kaai bevindt zich aan de achterzijde van het stadhuis, waar de administratieve diensten van de stad Diest zijn ondergebracht. Bij het terug openleggen van de Demerbedding vond men de historische bakstenen kaaimuur van de Demer terug. Deze werd gerestaureerd.

Aan De Kaai lag vroeger een scheepvaartcomplex, waar schepen konden geladen en gelost worden. Via een zogenaamde paardentrap kon men met paard en kar tot vlak bij de boten komen. Ook deze paardentrap (een hellend vlak met kasseien, evenwijdig met de Demer) heeft men gereconstrueerd. Bemerk eveneens het terras dat vlak boven het water werd aangelegd.

Refugiehuizen en brouwerij Cerckel
Bij café De Kaai ga je eerst zo’n tien meter naar links en vervolgens weer rechtsaf in de Brouwerijstraat. De nieuwe Demer stroomt nog steeds aan je linkerzijde. Ongeveer 60 meter verderop passeer je links het voormalige refugiehuis van de abdij van Tongerlo. Een refugiehuis was vroeger een soort toevluchtshuis binnen de stadsmuren, waar de bewoners van kloosters en abdijen terecht konden in tijden van onrust of oorlog. Dit 16de-eeuwse refugiehuis wordt ook wel ‘Het Spijker‘ genoemd. Tegenwoordig is het Oranje City Hotel in het refugiehuis gevestigd.

Op het einde van de Brouwerijstraat ga je naar links, in de Oscar Nihoulstraat. Het kleine standbeeldje dat je hier aan je rechterzijde ziet, heet ‘De Bierproever‘. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de voormalige brouwerij Cerckel, waarvan de brouwerswoning zich recht voor jou bevindt. Vroeger stond hier het Minderbroedersklooster. Brouwerij Cerckel werd opgericht in de 19de eeuw en groeide uit tot de bekendste brouwerij in Diest. Cerckel brouwde onder meer het bekende Diestse Gildenbier. Rond 1980 stopte brouwerij Cerckel haar activiteiten. Het befaamde Gildenbier wordt tegenwoordig overigens nog steeds geproduceerd, door brouwerij Haacht te Boortmeerbeek.

Vlak voor de brouwerswoning Cerckel ga je nog even naar links en volg je de Refugiestraat. Ga rechtdoor tot aan de haakse bocht naar links. Daar zie je nog een tweede Diestse refugiehuis: de Refugie van Averbode. In de 16de eeuw lieten de norbertijnen van de abdij van Averbode dit fraaie refugiehuis bouwen in baksteen en ijzerzandsteen. De poort en de trapgevels links en rechts zijn nog origineel. Het gebouw is sinds 1797 particulier bezit. Tot aan zijn dood in 2009 was dit overigens de woning van televisiepresentator Dré Steegmans, beter bekend als Felice (Damiano).

Keer langs dezelfde weg terug naar de voorzijde van brouwerswoning Cerckel en sla net voorbij deze woning links het Park Cerckel in. Hier bevond zich oorspronkelijk de tuin van het Minderbroedersklooster. De poort waar je net doorheen wandelde, is de originele kloosteringang uit 1762. Later kwam de kloostertuin in het bezit van de brouwersfamilie Cerckel, die er een soort lusttuin met vijvertjes van maakte. De voormalige infirmerie van het klooster werd vervolgens een tuinpaviljoen en oranjerie. Neem het wandelpad dat naar rechts bruigt. Aan je linkerzijde passeer je de vijver, rechts ligt de voormalige kloosterinfirmerie.

Stadswandeling in Diest: verder naar de Ezeldijkmolen van de Oranjes
Volg het pad tot over het bruggetje over de nieuwe Demer en ga daarna bij de T-kruising van paden naar rechts. Op het volgende T-kruispunt met de asfaltweg ga je naar links. Aan je rechterzijde liggen de parking en de gebouwen van het Algemeen Ziekenhuis Diest, campus Statiestraat. Bij het volgende kruispunt ga je naar rechts, de Statiestraat in. Wandel tot aan de rotonde en sla opnieuw rechts af, naar de Ferdinand Allenstraat. Net voorbij de parking van het AZ Diest (aan je rechterzijde) en vlak voor het kruispunt met de Oude Tramweg, sla je haaks rechts een pad in. Wat verderop loopt dit pad langs de oever van de nieuwe Demer. Steek links het bruggetje over de nieuwe Demer over. Enkele meters verder neem je haaks links het houten vlonderpad.

Het vlonderpad loopt eerst door een bosje en vervolgens boven het wateroppervlak van de nieuwe Demer. Een eindje verderop zie je links de gereconstrueerde oeverbescherming, die bestaat uit onregelmatig gekapte blokken blauwe zandsteen. Deze stenen werden aangetroffen tijdens het terug openleggen van de oorspronkelijke rivierbedding. Het vlonderpad langs de nieuwe Demer eindigt bij de Schaffensestraat, waar een houten uitkijkplatform is opgericht. Steek hier de Schaffensestraat over. Vlak voor jou zie je het historische complex van de Ezeldijkmolen, eveneens een ‘verplichte stop’ tijdens een stadswandeling in Diest.

Het was Willem van Oranje himself die in 1550 opdracht gaf om een nieuwe watermolen te laten bouwen op een zijarm van de Demer. Willem van Oranje, de Nederlandse ‘Vader des Vaderlands’, erfde in 1544 op elfjarige leeftijd de titel van Heer van Diest. De watermolen werd voltooid in 1553. In die tijd zette men ezels in om boten op de Demer voort te trekken. De molen kreeg daarom de benaming ‘Ezeldijkmolen‘. Het molengebouw heeft de vorm van een Latijns kruis met trapgevels aan de vier uiteinden en is opgetrokken in Vlaamse renaissancestijl. De watermolen was oorspronkelijk voorzien van drie waterraderen, waarmee men schors en verschillende soorten granen kon malen.

De Ezeldijkmolen werd in 1812 privébezit van een Franse familie. De Belgische Staat kocht het molencomplex in 1920 en bleef eigenaar tot 1996. Sinds 1946 is de molen niet meer in gebruik, maar de inrichting bleef intact. In 1980 – 1981 volgde een grondige renovatie, waarbij feest- en vergaderzalen werden ingericht in het gebouw. Sinds 2003 is de Ezeldijkmolen een beschermd monument. Op dit ogenblik zoekt men naar een nieuwe bestemming voor dit historische molencomplex uit de tijd van de Oranjes.

Volgende deel stadswandeling in Diest: terug naar de vestingwal
Wandelaars die zijn gestart aan het station, beginnen hier aan het laatste deel van deze stadswandeling in Diest. Als je op de Schaffensestraat recht voor jou de Ezeldijkmolen ziet, ga dan naar links en volg de Schaffensestraat richting vestingwal en station. De Schaffensestraat eindigt bij de T-kruising met ring R26. Steek op het zebrapad de R26 over naar de beboste vestingwal. Enkele tientallen meter naar rechts zie je de Schaffense Poort. Deze poort is een van de oudste stadspoorten van Diest.

De oorspronkelijke Schaffense Poort maakte al deel uit van de middeleeuwse stadsomwalling van Diest. Na de Belgische onafhankelijkheid werd Diest in de periode 1835 – 1856 uitgebouwd tot een ware vestingstad. Ook de Schaffense Poort onderging een metamorfose: zij werd verbouwd en uitgebreid tot een monumentale stadspoort, met wachthuizen en bomvrije ruimtes. Sinds 1996 is de Schaffense Poort een beschermd monument. In 2024 is men begonnen met hoogstnoodzakelijke renovatiewerken.

Ga terug naar links langs de ring R26 en sla voorbij het zebrapad een paadje in aan je rechterzijde dat steil de vestingwal op loopt, richting wandelknooppunt 424. Je moet eerst enkele trapjes opklimmen. Wandelaars die deze stadswandeling in Diest zijn begonnen bij het station, gaan bij knooppunt 424 via het Park Jan Heylen terug naar het station. Wie deze Diestse stadswandeling op de randparkings Halve Maan of Citadel is begonnen, gaat bij knooppunt 424 voort in de richting van knooppunt 97 en vervolgt de wandeling zoals beschreven in het begin van dit artikel.
Gerelateerde onderwerpen
Lees ook onze artikels over andere stadswandelingen niet ver van Diest:
Graag uw reactie over deze pagina!
Beste bezoeker van deze webpagina,
De redactie van Even Op Stap heeft deze pagina met zorg samengesteld. Maar… wij blijven ook maar mensen. Hebt u een fout ontdekt in de tekst? Is de beschrijving niet duidelijk? Zijn sommige attracties / gebouwen / wandelpaden niet meer toegankelijk? Laat het ons weten!
Uiteraard zijn alle suggesties voor nieuwe onderwerpen, daguitstapjes en wandelingen van harte welkom!

Over Even Op Stap
Even Op Stap: dé site waar je leuke ideetjes opdoet voor uitstapjes in gans België!
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Laatste berichten

Sneeuwwandeling in de valleien van de Getzbach en Hill

Kerstmarkt in Durbuy 2024: grote kerst in een klein stadje

Kerstmarkt Winter in Gent 2024: de Gentse Winterfeesten

Christmas market Winter Wonders Brussels 2024
